Voordelen laparoscopische sterilisatie hond
Na een sterilisatie: geen loopsheid meer.
Geen bloedverlies, geen ongewenste dekking en de hond heeft geen neiging meer tot weglopen tijdens de loopsheid.
Na een sterilisatie: geen schijndracht meer.
Veel honden worden 6-10 weken na de loopsheid schijnzwanger. De teef wordt onrustig, vertoont nesteldrang en de melkklieren zijn opgezwollen en geven soms melk.
Na een sterilisatie: sterk verminderde kans op melkklierkanker.
Bij melkklierkanker ontwikkelen zich tumoren (=gezwellen) in de melkklieren van de hond. Een teef heeft 10 melkkklieren!
Na elke loopsheid wordt de kans op deze aandoening groter. Vanaf de 4e loopsheid is de kans opgelopen tot meer dan 50%. Bij sterilisatie voor de 2e loopsheid is deze kans minder dan 8% en bij sterilisatie voor de eerste loopsheid is de kans op tumoren vrijwel nihil.
Na een sterilisatie: sterk verminderde kans op baarmoederontsteking.
Gedurende elke loopsheid verandert de baarmoederwand onder invloed van de hormonen. Dit leidt op latere leeftijd tot verdikking van het slijmvlies en het ontstaan van cysten in de baarmoederwand. Dit maakt de baarmoeder gevoelig voor een ontsteking.
Tijdens de loopsheid staat de baarmoedermond open. Bacterien kunnen dan gemakkelijk binnendringen en een ontsteking veroorzaken.
NB Een ontstoken baarmoeder moet bijna altijd via een operatie verwijderd worden.
Na een sterilisatie: minder kans op suikerziekte
Na elke loopsheid produceert de hond het hormoon progesteron. Dit hormoon verhoogt het bloedsuikergehalte en maakt de hond daardoor op oudere leeftijd gevoeliger voor suikerziekte.